De titel van deze serie columns, “Wijn onderweg”, is zeker geen aansporing om met wijn in de maag achter het stuur van de auto te kruipen. Integendeel, wijn drinkt men bij voorkeur met vrienden, al discussiërend, en nog meer bij voorkeur met het idee dat er niet meer gestuurd hoeft te worden. De benenwagen, de fiets of het openbaar vervoer zijn goede en “must-do” alternatieven.
Mijn ex-werkgever heeft ruim 7.500 werknemers voornamelijk in München en Den Haag, en een paar honderd in Berlijn. Zij komen uit werkelijk alle landen van Europa, en zijn dus bijna allen expats. Er is gelukkig een bloeiende personeelsvereniging met talloze sportieve en culturele takken om er aan bij te dragen dat men zich thuis en op zijn plaats voelt. De wijnclub van mijn ex-werkgever is er één van, en een hele goede en heel actieve.
Regelmatig worden cursussen en proeverijen georganiseerd voor clubleden en niet-clubleden. De proeverijen hebben vaak een thema.
Deze keer was Puglia het thema.
Puglia is een grote wijnstreek in het zuiden van Italië (de hak van de laars) waar, zo was mij bekend en zo was mijn ervaring, warmbloedige wijnen vandaan komen.
Het motief en de gelegenheid waren er dus al. Het middel zou, gezien ook de gulheid van de wijnen uit Puglia, de bus moeten worden. De verbinding van huis naar proeverij was gelukkig prima.
Nu alleen het vonnis nog.
De eerste wijn op de proeftafel was een witte, een “Fiano d’Avellino”. Nu is Avellino een stadje in Campanië (de wreef van de laars) en is ook de druif fiano d’avellino een druif uit Campanië, en niet uit Puglia. We besloten daar geen probleem van te maken.
De familie Marangelli van Cantine Menhir in Basso Salento had hier namelijk een prima wijn van gemaakt.
Ik houd van gezond eten, dus als de fruitaroma’s van witte wijn uit het glas stuiven, bevinden we ons op de goede weg. Deze fiano rook naar exotisch fruit (mango en ananas) en bloemen, en had voor mij zelfs iets weg van een gewurztraminer (lychees!). Ook in de mond heerlijk fruitig en zonder het bittertje in de afdronk dat ik verwachtte.
De blauwe druiven die in Puglia worden verbouwd zijn voornamelijk primitivo, negroamaro, malvasia nera en nero di troia, waarvan de eerste twee waarschijnlijk het meest bekend zijn.
Vooral de primitivo wint aan populariteit. De druif is min of meer identiek aan de Californische “zinfandel”, maar noch Italië, noch de VS kunnen er prat op gaan de “bakermat” te zijn van deze druif. Door DNA onderzoek is komen vast te staan dat beiden afstammen van de Kroatische “tribidrag” (ook wel “crljenak”, als U dat makkelijker uitspreekt).
De primitivo geeft volle, fruitige en krachtige wijnen met tonen van zwart fruit (kersen) en specerijen. Toch zijn ze meestal soepel en jong te drinken.
Op de proeverij waren de blikvangers enkele wijnen met de DOP “Primitivo di Manduria”.
Dezelfde primitivo, maar dan uit de provincie Taranto rond Manduria.
Twee wijnen vochten om de titel “beste van de tafel”: de Palmenti Vigne Vecchi (2011) en de Vigneti dei Salento Vigne Vecchi (2012) beide van de genoemde DOP.
Beide wijnen waren uitstekend en combineerden kracht en fruit, een combinatie die ik zo graag zie.
De Palmenti gaf echt een mondvol fruit, en deed denken aan kersensap, in de goede zin van het woord. De Vigneti dei Salento had misschien iets minder fruit, maar was meer “wijnig” en zou de maaltijd wellicht beter begeleiden.
Maar ach, waarom kiezen?
Juist deze dicht bij elkaar liggende, en toch best verschillende wijnen zijn zo geschikt om naast elkaar met vrienden te drinken en te bespreken.
Zeker als je daarna onbezorgd met de bus weer uit Puglia kan terugkeren.