Puglia per bus

De titel van deze serie columns, “Wijn onderweg”, is zeker geen aansporing om met wijn in de maag achter het stuur van de auto te kruipen. Integendeel, wijn drinkt men bij voorkeur met vrienden, al discussiërend, en nog meer bij voorkeur met het idee dat er niet meer gestuurd hoeft te worden. De benenwagen, de fiets of het openbaar vervoer zijn goede en “must-do” alternatieven.

Mijn ex-werkgever heeft ruim 7.500 werknemers voornamelijk in München en Den Haag, en een paar honderd in Berlijn. Zij komen uit werkelijk alle landen van Europa, en zijn dus bijna allen expats. Er is gelukkig een bloeiende personeelsvereniging met talloze sportieve en culturele takken om er aan bij te dragen dat men zich thuis en op zijn plaats voelt. De wijnclub van mijn ex-werkgever is er één van, en een hele goede en heel actieve.

Regelmatig worden cursussen en proeverijen georganiseerd voor clubleden en niet-clubleden. De proeverijen hebben vaak een thema.

Deze keer was Puglia het thema.

Puglia1

Puglia is een grote wijnstreek in het zuiden van Italië (de hak van de laars) waar, zo was mij bekend en zo was mijn ervaring, warmbloedige wijnen vandaan komen.

Het motief en de gelegenheid waren er dus al. Het middel zou, gezien ook de gulheid van de wijnen uit Puglia, de bus moeten worden. De verbinding van huis naar proeverij was gelukkig prima.

Nu alleen het vonnis nog.

De eerste wijn op de proeftafel was een witte, een “Fiano d’Avellino”. Nu is Avellino een stadje in Campanië (de wreef van de laars) en is ook de druif fiano d’avellino een druif uit Campanië, en niet uit Puglia. We besloten daar geen probleem van te maken.

De familie Marangelli van Cantine Menhir in Basso Salento had hier namelijk een prima wijn van gemaakt.

Ik houd van gezond eten, dus als de fruitaroma’s van witte wijn uit het glas stuiven, bevinden we ons op de goede weg. Deze fiano rook naar exotisch fruit (mango en ananas) en bloemen, en had voor mij zelfs iets weg van een gewurztraminer (lychees!). Ook in de mond heerlijk fruitig en zonder het bittertje in de afdronk dat ik verwachtte.

Puglia2

De blauwe druiven die in Puglia worden verbouwd zijn voornamelijk primitivo, negroamaro, malvasia nera en nero di troia, waarvan de eerste twee waarschijnlijk het meest bekend zijn.

Vooral de primitivo wint aan populariteit. De druif is min of meer identiek aan de Californische “zinfandel”, maar noch Italië, noch de VS kunnen er prat op gaan de “bakermat” te zijn van deze druif. Door DNA onderzoek is komen vast te staan dat beiden afstammen van de Kroatische “tribidrag” (ook wel “crljenak”, als U dat makkelijker uitspreekt).

De primitivo geeft volle, fruitige en krachtige wijnen met tonen van zwart fruit (kersen) en specerijen. Toch zijn ze meestal soepel en jong te drinken.

Op de proeverij waren de blikvangers enkele wijnen met de DOP “Primitivo di Manduria”.

Dezelfde primitivo, maar dan uit de provincie Taranto rond Manduria.

Twee wijnen vochten om de titel “beste van de tafel”: de Palmenti Vigne Vecchi (2011) en de Vigneti dei Salento Vigne Vecchi (2012) beide van de genoemde DOP.

Beide wijnen waren uitstekend en combineerden kracht en fruit, een combinatie die ik zo graag zie.

De Palmenti gaf echt een mondvol fruit, en deed denken aan kersensap, in de goede zin van het woord. De Vigneti dei Salento had misschien iets minder fruit, maar was meer “wijnig” en zou de maaltijd wellicht beter begeleiden.

Puglia3

Maar ach, waarom kiezen?

Juist deze dicht bij elkaar liggende, en toch best verschillende wijnen zijn zo geschikt om naast elkaar met vrienden te drinken en te bespreken.

Zeker als je daarna onbezorgd met de bus weer uit Puglia kan terugkeren.

 

Alto Adige of Süd-Tirol?

In alle Italiaanse provincies wordt wijn gemaakt en worden wijndruiven verbouwd. Maar niet in alle provincies in Italië kun je wandelen in de Alpen of de Dolomieten. Niet geheel toevallig waren wij in Alto Adige waar deze twee kenmerken prachtig samenkomen.

Voluit heet de wijnstreek Trentino / Alto Adige waarbij Trentino het zuidelijke gedeelte is (ten noorden van het Gardameer) en Alto Adige het noordelijke deel rond Bolzano en tegen Oostenrijk aan.

Vooral in het noordelijke deel zijn er genoeg bergen en dalen om ’s winters te skiën en ’s zomers te wandelen.

Bruneck1

Deze provincie wordt ook wel Süd-Tirol genoemd, en daar zit heel wat geschiedenis achter. Dit deel heeft een lange strijd achter de rug om de eigen identiteit te behouden. Het was oorspronkelijk een deel van het Oostenrijks-Hongaarse rijk, en werd later geforceerd ingedeeld bij Italië. Duits en Italiaans zijn de voertalen, en alle opschriften zijn ook in twee talen. In sommige gedeelten, bv. Val Gardena wordt nog steeds Ladinisch (de eigen streektaal) gesproken en onderwezen op school. De provincie heeft nu genoeg autonomie om de eigen identiteit te behouden.

Wij waren in Bruneck of Brunico, in het Pustertal of Val Pusteria. Kiest U maar.

Voor de bezoeker van Alto Adige / Süd-Tirol is het eigenlijk alleen maar een voordeel dat de kenmerken van twee landen hier zijn aan te treffen. Je vindt hier de schoonheid van de Alpen / Dolomieten, en de “gemütlichkeit” in de berghutten, en tevens kun je hier van de Italiaanse keuken en wijnen genieten, maar ook van de Oostenrijkse wijnen en keuken. Al heeft Italië misschien voor velen een gastronomische voorsprong, ben ik persoonlijk ook een fan van Oostenrijkse wijnen, of lekkere Kaiserschmarren met een biertje.

Bruneck2

In de wijnstreek Alto Adige wordt een aantal internationale druiven verbouwd, zoals pinot grigio (ruländer), pinot bianco (weissburgunder) en sauvignon blanc voor de levendige, fruitige witte wijnen. Het dorpje Tramin is zelfs de naamgever van de bekende gewürztraminer.

De streek heeft echter ook een paar “eigen” druiven zoals de schiava waar een plezierige rode wijn van wordt gemaakt in Lago di Caldaro of Kalterersee. Synoniemen van de schiava zijn vernatsch, trollinger (in Duitsland) en frankentaler (bekend in het Westland).

Een andere eigen druif in Alto Adige is de lagrein. Hiervan maakt men veelal een stevige rode wijn met bewaarpotentiëel.

Tijdens ons verblijf in Bruneck kwamen wij meermalen terecht in restaurant en vinotheek Karl Bernardi, fraai gelegen aan de rivier de Rienza (terras!) en met een gemengd Italiaans/Oostenrijkse kaart. De aanduiding vinotheek geeft al een indruk, en inderdaad konden we kiezen uit een groot aantal “offene Weine”.

Zowel bekende producenten (Lageder, Tiefenbrunner) als goede coöperaties (Cantina Terlan, Cantina Tramin) bevolkten de wijnkaart.

IMG_5154

In opdracht van de heer Bernardi had men in Cantina (of Kellerei) Tramin twee wijnen geblend, een rode van cabernet, merlot en lagrein (Selection 01 von K. Bernardi) en een witte van chardonnay en sauvignon (Selection 02).

Naar onze mening zeer goed gedaan.

Ook de 100% gewürztraminer en de 100% lagrein van Cantina Terlan waren goede disgenoten.

Voor ons was de streek Alto Adige / Süd-Tirol een uitstekend voorbeeld van waar assimilatie van twee culturen toe kan leiden.

 

Gastvrij Toscane

Een reis naar en in Toscane begint voor velen met een bezoek aan Florence, een prachtige en zeker bezienswaardige stad. Toscane is natuurlijk meer, en een kijkje in Siena, Arezzo, Greve en Radda staat ook vaak op het programma.

Wijnliefhebbers (wie anders zouden er naar Toscane gaan?) bezoeken uiteraard ook Montepulciano (vino nobile!) en Montalcino (brunello!).

Maar het loont ook de moeite dwars door de streek te rijden en hier en daar een wijndomein te bezoeken. De mensen zijn er erg gastvrij.

Toscane3

Wij waren hier in juni 2016 en bezochten het domein “Villa Sant’Anna” in Abbadia, samen met vrienden die bekend waren met het domein. Wellicht daarom was de ontvangst meer dan hartelijk. De professionaliteit maakte de rondleiding indrukwekkend.

De opslagkelder was de trots van Simone, de bedrijfsleidster. De muren zaten vol met schimmels, die daar hoorden en naar verluid een specifieke smaak aan de wijn in de vaten zou geven. Toch had het iets griezeligs en hebben we zoveel mogelijk vermeden de muren aan te raken.

Toscane1

Er werd juist die dag gebotteld, hetgeen was uitbesteed aan een bedrijf dat hierin is gespecialiseerd en dit op locatie uitvoert.

Er volgde ook een proeverij en bij de verschillende wijnen werden steeds bijbehorende spijzen gepresenteerd.

Na een “eenvoudige” chianti colli senesi, volgde een rosso di montepulciano, en een vino nobile, allemaal voornamelijk gemaakt van sangiovese met ca. 20% andere rode druiven. De topper onder de rode wijnen is de “Poldo” ook een vino nobile, die 34 maanden op kleine eiken vaten en nog twee jaar op de fles rijpt. Het is goed dat we hier niet mee begonnen, want hierna wil je niks anders meer. Hoewel…..

Simone gaf ook haar vin santo te proeven. De malvasia en grecchetto druiven voor deze wijn worden streng geselecteerd, en dan op rieten matten te drogen gelegd. Als de druiven het juiste suikergehalte hebben bereikt worden ze geperst en de most wordt in kleine “caratelli” (65 liter) gedaan en verzegeld, waarna een langzame fermentatie en rijping plaatsvindt gedurende acht jaar.

Zo’n wijn kan niet goedkoop zijn, en is het ook niet, maar de geur en smaak zijn overweldigend. Heerlijk bij rijpe kazen, of gewoon bij alles wat je lekker vindt.

Toscane2

Een ander heel interessant bedrijf is Fattoria La Vialla. Dit bevindt zich in Castiglion Filocchi vlak bij Arezzo. Het is een zeer veelzijdig bedrijf, waar op geheel biologische wijze onder andere groenten, fruit, pasta, jam, honing, olie en natuurlijk wijnen geproduceerd worden door een enthousiaste groep medewerkers.

Het bedrijf is gemakkelijk te bezoeken zonder afspraak. Toen wij er aankwamen, werd bij de ingang echter nogal krampachtig gedaan: we konden niet het terrein oprijden met de auto, en we moesten een andere ingang nemen, want er zou dadelijk “een belangrijke gast” arriveren.

Ook het personeel liep zenuwachtig heen en weer, en we hadden in de buurt al een helikopter zien staan. Zouden we echt de President van Amerika zien, of zou het toch Berlusconi zijn? Niemand wilde het ons vertellen. Van de groep mensen die aankwamen herkenden we helaas niemand. Nee, dit waren vrienden van de geheime gast.

Even later kwam dan toch de voorname gast, Prins Albert van Monaco, het bedrijf met zijn bezoek vereren.

Toscane5

Met deze ervaring in de pocket, toen de rust was weergekeerd, hebben we op het terras een echt Italiaanse lunch gebruikt, eerlijke producten en een goed glas wijn. Wij kozen voor de “Barricato”, een op hout gelagerde rode wijn van 70% sangiovese en 30% cabernet sauvignon.

La Vialla maakt veel werk van marketing, ook in Nederland, en bestellen van alle waren gaat ook hiervandaan gemakkelijk.

Toscane4

Maar het blijft toch het mooist om zelf door de streek te trekken en je onder te dompelen in de Toscaanse gastvrijheid.

 

 

Sicilië – een mooie blend

Een Italiaanse collega in ons team ging met pensioen en had het bijzonder sympathieke idee om zijn afscheid voor ons team met aanhang te vieren in het westen van Sicilië. Afkomstig uit die streek, en nog steeds met familie in de buurt, ging hij daarheen verhuizen.

Na een week op dit mooie eiland te hebben vertoefd, was ons begrip voor zijn beslissing maximaal.

De collega was, dit was bekend, ook een groot reisorganisator. We hebben onze tijd daar dus zeer goed besteed en zeer veel van west-Sicilië gezien.

De eerste dagen was een hotel tussen Trapani (luchthaven) en Marsala gereserveerd, het prachtig gelegen Baglio Oneto.

Sicilië1

Op de aanvangsavond kregen we direct al een voorbeeld van de genereuze culinaire gastvrijheid op het eiland.

Er stonden (voor ons niet al te grote groepje) twee tafels vol met heerlijke antipasti. Niemand kon er weerstand aan bieden en een ieder deed zich volop tegoed aan alles.

Oh ja, toen gingen we nog aan tafel. Een pasta. Toen nog een andere pasta. Toen het hoofdgerecht. Er werd niet veel “pap” meer gezegd. Toen fruit, en toen een heerlijk dessert. Alles besprenkeld met wijn natuurlijk. Alles klopte, en vooral onze magen tijdens de nacht.

Sicilië is een smeltkroes van culturen, die nog allemaal zijn aan te treffen op het eiland. De Griekse tempels in Agrigento, de Romeinse mozaieken in Piazza Armerina zijn niet te missen voorbeelden.

Sommige bezienswaardigheden hebben duidelijk invloed op de inwendige mens. Het bezoek in de vroege ochtend aan de Catacomben van de Capucijnen in Palermo, waar o.a. de monniken gemummificeerd en pontificaal aan de muren hangen, deed bij een ieder elke eetlust verdwijnen. Gelukkig kregen we bij het bezoek aan de indrukwekkende zoutpannen van Trapani weer een geweldige dorst.

Sicilië2

We hadden als groep een minivan gehuurd, waarin één van ons de twijfelachtige eer had om achter de Fiat van onze Italiaanse collega aan te rijden. Autorijden in Italië is al een dingetje, maar in Palermo is het zeker geen sinecure. We hadden achterin wel schik, maar bij onze chauffeur parelde het crisiszweet overal.

We bezochten ook de Cantine Florio, een producent van marsala, de op sherry en madera gelijkende versterkte wijn van Sicilië. Meer en meer producenten verschuiven hun productie van marsala naar droge rode wijn, omdat daar, zeker internationaal, veel meer behoefte aan is. Verstandige flexibiliteit.

Een hoogtepunt was het bezoek aan het wijnhuis Donnafugata. Een prachtig domein met wijn van hoge kwaliteit.

De rondleiding begon met een gelikte videopresentatie, waarin een actrice de verschillende wijnen besprak en voor ons voorproefde. Het moet gezegd dat haar glazen voller waren dan onze proefglaasjes, maar dat werd later meer dan goed gemaakt.

Bij de rondleiding hoorde namelijk een Siciliaanse lunch met toebehoren, wijnen dus.

Eén van de toppers van de dag was de ronde en krachtige “Tancredi”, een rode wijn gemaakt van voornamelijk cabernet sauvignon en nero d’avola met een beetje tannat. De wijn rijpt 14 maanden op eiken vaten zodat de wijn behalve de tonen van donker fruit ook vanille, hout en structuur laat zien. De combinatie van een inheemse druif (nero d’avola) met een Franse (cabernet) is ook hier succesvol gebleken.

Donnafugata heeft ook wijngaarden op het eilandje Pantelleria ten zuiden van Sicilië, waar de “zibibbo”, ofwel muscat d’Alexandrie, wordt verbouwd. Met deze druif wordt een prachtige, amber gekleurde, zoete wijn gemaakt met de naam “Ben Ryè”, een passito di pantelleria. Tonen van abrikozen en sinaasappel gecombineerd met kruiden als tijm en rozemarijn en notigheid. Heerlijk bij desserts, blauwe kaas en foie gras, als dat laatste U tenminste aanstaat.

Sicilië3

Ook in Nederland zijn de Tancredi en de Ben Ryè te bestellen, en al enkele malen hebben we herinneringen aan onze bijzondere trip opgehaald bij deze mooie wijnen.

 

Veluwe: Wandelen en Wijnkaarten

Nederland is een prachtig land! Toegegeven, in vele landen is de natuur spectaculairder dan bij ons. Denk aan de Alpenlanden en de mediterrane eilanden. Toch is er ook in Nederland veel mooie natuur te bekennen voor wie het wil zien.

Eén van mijn favoriete streken in ons land is de Veluwe. Je hebt er onmetelijke bossen met steeds afwisselende bostypen op de percelen waar je langs en doorheen loopt of fietst, uitgestrekte heidevelden met heuvelachtige accenten en leuke dorpjes omgeven door weilanden en akkers.

Veluwe1

Alles straalt een rust en stilte uit die voor de zoekers ervan een verademing zijn in het jachtige leven van alledag.

Als je geluk hebt kun je op de wandelingen reeën, herten en zwijnen tegenkomen, en vele soorten kwinkelerende vogels zijn er sowieso overal.

Het bos op de Veluwe wordt goed onderhouden. Boskap op oude percelen en nieuwe aanleg zie je op veel plekken.

Veluwe2

Na de storm van januari 2018 is er zeker veel werk te verrichten. Hier en daar is het een ravage, maar dat geeft weer gelegenheid nieuw hout te planten en het omgewaaide hout te benutten, en het geeft schimmels en zwammen ook weer wat te doen.

Na een fikse wandeling of een uitdagende fietstocht is ook de inwendige mens wel aan een verversing toe. Ook dat kan overal op de Veluwe. Pannenkoekhuizen zijn er bijna spreekwoordelijk, maar ook andere cafés, brasserieën en restaurants zijn er te over.

Wijn is in deze streek wellicht niet altijd erg in trek geweest. Koffie, fris of een biertje past natuurlijk beter bij een pannenkoek. Toch zie ik de laatste tijd ook in deze streek een verschuiving.

Het gebeurde in het verleden nog wel eens dat je wanneer je de wijnkaart vroeg, er geantwoord werd dat ze rode en witte wijn hadden. Op een keer kwam in een restaurant de dame na mijn vraag terug met drie flessen wijn in haar hand: “We hebben geen wijnkaart, maar deze wijnen hebben we”.

Recentere ervaringen zijn heel anders.

Regelmatig zie ik nu brasserieën met een heel interessante wijnkaart.

Geen boekwerk met 20 verschillende bourgognes, maar een uitgebalanceerde wijnkaart met een goed aantal verschillende witte en rode wijnen, waarbij vaak ook bubbels, rosé en dessertwijnen zijn opgenomen.

Veluwe3

Als eerste voorbeeld de – voor de lunch gezellig gevulde – brasserie Het Nieuwe Jachthuis in Hoog-Soeren. Op de wijnkaart een prima assortiment meer dan 20 wijnen uit alle windstreken; 12 daarvan verkrijgbaar per glas. De goedkoopste witte is een pinot grigio uit Roemenië (18,50 EUR), de goedkoopste rode een malbec uit ZW Frankrijk (20,50 EUR), terwijl er ook een mooie pouilly-fuissé en een amarone op staan. Ook munt de kaart uit in de korte duidelijke typeringen van alle wijnen, bijvoorbeeld “fris, kruidig, pepertje” bij de Oostenrijkse grüner veltliner. Hier kun je echt wel een paar avonden interessant wijnen proeven bij de mooie gerechten van de menukaart.

Een tweede voorbeeld is een hotel van een bekende keten. Een jaartje geleden was hier de wijnkaart nog wat beperkt een paar witte en een paar rode; voor alle hotels van de keten hetzelfde.

Nu: een aantal huiswijnen, 8 champagne en mousserend, 10 witte, 10 rode en een aantal exclusieve wijnen. Er is keus te over, al zijn de prijzen wat aan de hoge kant (huiswijnen al 26,50 EUR per fles).

Natuurlijk is het nemen van de proef op de som veel aangenamer dan alleen het lezen van de wijnkaart.

Veluwe4

De eerste proef was bij een prima menu van een wildzwijnpaté vooraf en een eendenborst als hoofdgerecht. Wij kozen van de kaart de barbera van Podere di Luigi Enaudi. De stokken voor deze wijn staan in het dorp Dogliani en na 12 maanden rijping in eiken vaten en 12 maanden op fles resulteert een robijnrode wijn met een parfum van rode vruchten en mooie ronde tannines. Fruit en kracht mooi in balans. Dat was geen tegenvaller.

De tweede proef, een andere avond natuurlijk, was de Montepulciano d’Abruzzo Tralcetto van Cantina Zaccagnini. Deze Cantina resideert in Le Marche en men maakt er bijvoorbeeld een mooie Rosso Piceno (ook van voornamelijk montepulciano druiven met 30% sangiovese). De wijngaarden voor de Montepulciano d’Abruzzo staan in de buurt van Bolognano in de provincie ernaast (Abruzzo dus). Een krachtige wijn met aroma’s van zwart fruit en kruiden en een veelheid van smaakimpressies.

Ook deze wijn zorgde voor een prima avond.

Veluwe5

Eén zwaluw maakt nog geen zomer, en drie ook niet, maar mijns inziens is men in de Nederlandse Horeca, bijvoorbeeld op de Veluwe in Gelderland, duidelijk op de goede weg met het opstellen van wijnkaarten en het aanbieden van wijnassortimenten in restaurants.

 

Cinqueterre – Vijf dorpen en drie druiven

Het is één van de mooiste streken in Italië, en dus ook één van de door toeristen het meest bezochte plekken: Cinqueterre aan de Ligurische kust. Zoals de naam al doet vermoeden gaat het om vijf dorpen, die op prachtige plekken aan zee liggen. De dorpjes zijn per auto niet echt makkelijk toegankelijk, maar zijn wel door wandelpaden met elkaar verbonden. Deze wandelpaden zijn best uitdagend, zoals ze zich langs de rotsige kust omhoog en omlaag slingeren, maar de uitzichten zijn spectaculair. De vijf dorpjes, Monterosso, Vernazza, Corniglia, Manarola en Riomaggiore, zijn ook per trein bereikbaar en dat opent vele extra mogelijkheden.

In Italië hoef je je gelukkig nooit af te vragen of een streek ook een “wijngebied” is, want ze maken er bijna overal wijn, zo ook in Cinqueterre.

Er is dus behalve dorpjes, natuur, zee en wandelen ook op gastronomisch gebied genoeg te beleven.

5terre

De aankomst per auto in Monterosso, het meest westelijke dorp van de vijf, was een beetje chaotisch. We wisten de noch de weg, noch de precieze ligging van het appartement, de weggetjes werden steeds smaller en het werd steeds duidelijker dat we verkeerd zaten. Keren kon niet altijd en achteruit ook niet, als er iemand achter je staat. We zijn er toch gekomen, maar niet dankzij mijn handigheid.

Een leuke manier om de vijf dorpjes te bezoeken is wandelend over de slingerende paden langs de kust. De dorpjes hebben allemaal een eigen karakter, maar ademen allemaal lieflijkheid en authenticiteit.

Riomaggiore met het leuke haventje, Manarola met het “love trail”, Vernazza met de gekleurde huizen, het hoger op de rotsen gelegen Corniglia en Monterosso met een groot strand.

5terre2

Zoals verwachtbaar, is het op de wandelpaden druk, erg druk, met wandelverkeer in beide richtingen, al zijn ze daar soms te smal voor. Dat geeft situaties waarin je de verschillende karakters van de wandelaars moeiteloos kunt onderscheiden, van rustig, bescheiden en genietend, via vermoeid en bezweet, tot opgefokt en onbehouwen.

Maar eenmaal op één van de terrassen aan de lunch of het diner met vers bereide vis of schaal- en schelpdieren

ben je de sportieve ontberingen snel vergeten, bijvoorbeeld in het oude gedeelte van het dorpje Monterosso, dat een aantal prima restaurantjes kent, zoals “Ciak” en “al Pozzo”. De gevulde ansjovis en de ravioli met zeevruchten staan me nog helder voor de geest.

Het wijngebied ter plaatse heet toepasselijk Cinqueterre DOC. Er worden voornamelijk witte wijnen gemaakt. Het zijn geen zwaargewichten, maar wel wijnen met knisperende fruitzuren en een delicaat bouquet, die uitstekend combineren met wat de Middellandse Zee aan heerlijke spijzen oplevert.

Herhaaldelijk kozen we de wijnen van “Sassarini”, een bekende producent in de regio. De witte basiswijn is de “Cinqueterre” en er zijn ook wijnen in een hoger segment, zoals de “Cian du Corsu”.

Als we met ons kleine gezelschap ergens een wijn bestellen, vragen we altijd wat voor druiven er in de wijn zijn gebruikt. Het antwoord voor de basiswijn kwam er vlot uit: “bosco, vermentino en albarola”. En de “Cian du Corsu”? Ook “bosco, vermentino en albarola”!

Dit zijn namelijk de druiven die je hier in alle wijnen tegenkomt.

Bosco en albarola zijn specifiek voor de streek, en vermentino (of “rolle”) kom je ook elders in Italië en (Zuid-)Frankrijk tegen, bijvoorbeeld op Sardinië en Corsica.

5terre3

In Cinqueterre wordt van dezelfde drie druiven trouwens ook een bijzondere, zoete wijn gemaakt met de moeilijk uitspreekbare naam “Sciacchetra”, waarvoor de met de hand geplukte druiven op rekken gedroogd worden om een hoog suikergehalte te bereiken. Niet al de suiker in de druiven wordt vergist zodat een intens smakende, zoete wijn met ca. 10% alcohol wordt verkregen.

Dat is best een lekkere afsluiter van de maaltijd, al wordt ’s avonds laat het uitspreken en bestellen er niet makkelijker op.

 

Sardinië – Ruig en fruitig

De eerste keer dat mijn aandacht werd gevestigd op het Italiaanse eiland Sardinië was tijdens het lezen van één van de vroege boeken van Ian Fleming over James Bond: “De spion die mij beminde”. Het verhaal zelf was niet om over te roepen, maar het speelde voor een gedeelte op Sardinië, en Fleming’s beschrijvingen van de natuur en de bergwereld fascineerden me. Ook de (veel) later gemaakte film speelde deels op dit eiland, maar het verhaal was compleet veranderd. Het verhaal wil dat ook Fleming niet zo tevreden was over het oorspronkelijke plot.

Het was pas jaren later dat ik tegemoet kon komen aan de fascinatie om dit eiland te bezoeken. Het voordeel was dat ik nu ook een interesse in wijn had ontwikkeld, en ook daarvan is veel te genieten op Sardinië.

Sardinië1

De natuur van Sardinië is ruig te noemen. Bergachtig, met ook veel rotskust en mooie strandjes.

Het eiland ligt ten westen van de laars en ten zuiden van het Franse eiland Corsica. Sardinië heeft een roerige geschiedenis. Vanaf de prehistorie hebben verschillende volkeren, zoals Feniciërs, Puniërs, Romeinen, Vandalen, Byzantijnen en Catalaans-Aragonezen er de scepter gezwaaid. Het Catalaans is in bepaalde gebieden nog steeds een officiële taal. Het aardige hiervan is dat er nog steeds veel verschillende invloeden kenbaar zijn. Een voorbeeld hiervan zijn de “Nuraghi”, uit opgestapelde blokken steen bestaande torens uit de Bronstijd.

Sardinië2

Wij reisden rond op Sardinië per auto en verbleven in verschillende plaatsjes op het eiland, zowel aan de kust als in het binnenland.

Cagliari, Olbia en Oristano zijn zeer de moeite waard, maar ook Nuoro meer in het binnenland en het mooie vissersplaatsje Alghero. Wel staat me nog bij dat je in Alghero aan de haven ook echt ruikt dat het een vissersplaats is. Of dat langdurig aantrekkelijk blijft, weet ik niet.

De wijnbouw op Sardinië maakt een goede ontwikkeling door, met investeringen in techniek en materiaal.

De gebruikte druivenrassen zijn specifiek voor het eiland, al hebben sommige ook Spaanse of Italiaanse evenknieën.

Voor rode wijn worden de cannonau (= garnacha), carignano (= cariñena) en de inheemse monica verbouwd.

De Cannonau di Sardegna en Monica di Sardegna worden allebei veel aangetroffen en zijn soepele, fruitige en kruidige wijnen, waarbij de cannonau vaak een behoorlijk alcoholgehalte heeft.

Wij hebben er ook prachtige wijnen gedronken van de carignano van het huis Cantina Santadi. De Rocca Rubia van dit huis vergezelde ons avondmaal enkele keren. Het is een wijn met een mediterraan karakter waarin de (donkere) fruittonen prima in balans zijn met de houtrijping. In een iets hoger segment maken ze de “Terre Brune”, ook van carignano.

Aan smaakherinneringen hebben we echter nog meer overgehouden van de witte wijnen van Sardinië.

Een echte klassieker hier is de Vermentino di Sardegna uiteraard van de druif vermentino. Het is een geurige (bloemen) en frisse witte wijn met een bittertje aan het eind. De beste komt uit het noordoosten en heeft zelfs de klassificatie DOCG (Vermentino di Gallura) verworven.

Meermalen heeft de vermentino ons gezelschap gehouden tijdens een lunch met een salade of een visje op het terras.

De “Costamolino” van het huis Argiolas is een prima voorbeeld.

Maar onvergetelijk was onze kennismaking met de “nasco”, een echt Sardijnse druif die hier al sinds de middeleeuwen wordt verbouwd. Wij proefden de “Iselis” van het huis Argiolas, een Bianco IGT Isola dei Nuraghi. Een volle, weelderige wijn met een veelheid aan geuren en smaken, voorjaarsbloemen en exotisch fruit.

Sardinië3

Een exponent van dit mooie en interessante eiland.

Het is een mooi voorbeeld van hoe een gebied zijn identiteit, cultuur en kracht kan behouden zonder de wil om zich af te scheiden van het land waartoe het behoort.

Barbera – De laatste flessen

Iedereen kent het gevoel van “even moeten wennen” bij de aankomst op een nieuwe plek in de vakantie. Soms ook gebeurt het dat je op een nieuwe plek aankomt, en je gelijk thuis voelt.

Dat kan aan verschillende dingen liggen, afhankelijk van de persoon.

In de zomer van 2017 kwamen wij na een lastige rit aan op de plaats van bestemming in Piemonte, bij het op een heuvel gelegen Antico Podere Tota Virginia in Serralunga d’Alba. Een ruime schone kamer met uitzicht zowel op de wijngaarden vlak onder het hotel, als op het erbij behorende zwembad. Het was tijd voor lunch en even later zaten we in de schaduw aan een frisse inhoudsvolle salade en een mooie, koele chardonnay uit de streek. Had ik al gezegd dat we ons onmiddellijk thuis voelden?

Piemonte1

Piemonte is (met Toscane) één van de bekendste Italiaanse wijnstreken waar topwijnen vandaan komen. De bekende barolo, gemaakt van de druif nebbiolo, is de “koning van de wijnen en de wijn van de koningen”. Dit zegt inderdaad behalve iets over de kwaliteit ook iets over de prijs. Verder wordt er wijn gemaakt van o.a. barbera en dolcetto druiven (voor rood) en chardonnay, arneis en cortese (voor wit).

Serralunga d’Alba (waar wij verbleven) ligt in het gebied (rondom het dorpje Barolo) waar barolo gemaakt wordt en mag worden. De nebbiolo wijnstokken grensden aan het terras van het restaurant. De ober meldde met trots dat deze druiven hun toekomst hadden in de barolo “San Rocco”.

De wijnkaart van het restaurant was meer een boek, met tientallen pagina’s barolo’s, barbaresco’s en veel ander moois. Mede gelet op de inhoud van onze beurs vroegen we bij het avondeten om een mooie barbera.

Piemonte2

Waar barolo een stoere, volle wijn is met veel zuren en tannine, is de barbera een soepelere wijn die, bij de goede exemplaren, fruit en kracht combineert. Dat leek ons wel wat.

Ik had er met hulp van de ober eentje uitgezocht uit 2013 van het huis Cavallotto. Hij zei: “Van dit huis zijn alle wijnen uitstekend. Voor barbera was 2013 een heel goed jaar, maar 2014 is een stuk minder. De barbera 2014 wordt waarschijnlijk niet gemaakt.”

Tijdens het diner zijn wij hartstochtelijk fan van deze wijn geworden.

De volgende dag hebben we een wandeling door de warme wijngaarden gemaakt, van dorpje naar dorpje, langs burchten en kerken, waar we onderweg uitsluitend vriendelijke mensen tegenkwamen. De wijnstokken, waaraan de druiven net begonnen te kleuren, werden afgewisseld door appels, peren, bramen, pruimen, noten en perziken (zo zoet heb ik ze nog nooit gegeten).

In het dorpje Castiglione Falletto liepen we even binnen bij de enoteca “La Mura di San Rocco”, waar we de zeer vriendelijke eigenaar vertelden over de barbera van Cavallotto waar we zo’n fan van waren geworden. “Maar die heb ik geschonken op mijn huwelijksfeest”, zei hij, en liet een Nebukadnezar (fles van 15 liter) zien. “En daarna net zo’n fles barolo”. Kijk, dat zijn nog eens feestjes.

Piemonte3

Op onze laatste dag in Piemonte zijn we langs een aantal wijnhuizen gereden, en onder andere ook langs Cavallotto voor de barbera van 2013. “Uitverkocht!”

We hoopten dat onze vriend in Castiglione nog wel iets had van deze wijn. Aldaar konden wij zijn laatste twee flessen bemachtigen. Binnen!

Op de laatste avond in het restaurant dachten we: “Laten we maar eens op herhaling gaan”, maar de barbera 2013 van Cavallotto was ook hier uitverkocht.

Ik denk dat we nu thuis de laatste twee flessen ooit van deze heerlijk wijn hebben.

 

Bijna uitgestorven druivenras

Bij de planning van onze reis door Noord-Italië hield ik voor het bepalen van de reisdoelen natuurlijk rekening met twee criteria: “kun je er bergwandelen?”, en “is het een wijngebied?” Keuze genoeg, kan ik zeggen. Eén van de kandidaten was “Valle d’Aosta”. Het is een kleine provincie in het uiterste noordwesten van Italië, grenzend aan Frankrijk en Zwitserland en uitkijkend op de Mont Blanc en de Gran Paradiso. Bergwandelen: check! ✔

Tevens is het een wijngebied, hoewel niet erg bekend, met de kleinste wijnproductie van heel Italië. De wijngaarden (in totaal slechts 200 ha aan wijnstokken) zijn klein qua oppervlak en bevinden zich op terrassen met pergola’s op hoogten van 300 tot 800 meter. Wijn: check! ✔

Wij bereikten het Aostadal via Zwitserland en de Sint-Bernhardtunnel en ondervonden dat Aosta niet het kleine bergdorp is dat we verwacht hadden. Het is een behoorlijk grote stad.

.aosta1

We moesten dan ook even zoeken naar het gehuurde appartement in het centrum. Na een lastige rit door alsmaar smaller wordende straatjes bleek onze woning in het voetgangersgebied te liggen, zodat ik deels achteruit mijn weg terug (en een parkeerplaats) moest vinden door genoemde straatjes.

Een voordeel was wel dat er veel (goede) restaurants en winkeltjes in de onmiddellijke nabijheid waren te vinden.

De wijnen die in Valle d’Aosta worden geproduceerd zijn overwegend rood, hetgeen koren op onze molen was. Je vindt er wijnen van syrah en nebbiolo (hier picotendro genoemd), maar ook wijn van lokale rassen als de nus, fumin en petit rouge.

Een goede gewoonte is om ter plaatse (of in het gebied) geproduceerde wijnen te drinken bij het eten. We zijn er dan toch, en “when in Rome…”

Nadat we de eerste avond al een verrassend goede wijn van petit rouge hadden geproefd, kwamen we de volgende dag voor het diner in Trattoria Aldente.

aosta2

Op de vraag wat voor wijn de dame ons zou aanbevelen, kwam ze met het verhaal over de “vuillermin”.

Deze vanouds alleen in het Aostadal gecultiveerde druif was bijna uitgestorven, totdat hij aan het eind van de 20e eeuw werd herontdekt en hergecultiveerd. In 2000 waren slechts 0.1 ha met vuillermin beplant. Tegenwoordig wordt een wijn van alleen vuillermin maar door twee producenten gemaakt: “Feudo San Maurizio” en het “Institut Agricole Régional”. Wij hadden het geluk de wijn van San Maurizio geserveerd te krijgen. Een volle, zachte wijn met fruit en kruidigheid die zeer goed paste bij de diverse gerechten van het meer-gangenmenu die avond. Echt een verrassing. En in het restaurant beslist niet duur.

Ik wil dan altijd graag een paar flesjes mee naar huis nemen, zeker van zo iets bijzonders, om thuis mijn vrienden eens te verrassen tijdens een etentje. Maar in de (toch talrijke) wijnwinkeltjes in Aosta kwam ik hem niet meer tegen. De laatste avond hadden we in een goed bekend staand, maar toch wat tegenvallend restaurant gegeten, en we stapten eigenlijk liever op om de koffie ergens anders te drinken. We kwamen toen in het oude gedeelte van de stad terecht bij een vinoteca waar we de koffie en de lokale grappa bestelden, en waar zowaar ook de Vuillermin van San Maurizio in de schappen lag. Dat was boffen.

Aosta is voor liefhebbers van bergen, eten en drinken zeker een plek om eens te bezoeken, en het feit dat de lokale wijnen eigenlijk alleen maar ter plaatse te krijgen zijn is voor ons één van de vele redenen om er nog eens terug te gaan.

Aosta3